Provincie Utrecht telt weidevogels: van grutto tot graspieper

20 mei , 20:36 Nieuws
weidevogeltelling 00703
Provincie Utrecht

Het broedseizoen van de weidevogels is in volle gang en dat is goed te merken in het Eemland bij Amersfoort. Al van grote afstand is het geroep en gekwetter van grutto’s, scholeksters, tureluurs en kieviten hoorbaar. “We zijn blij dat we ze hier aantreffen, toch gaat het nog niet goed met de weidevogels”, zegt Joeri de Wit, ecologisch beleidsmedewerker van de provincie Utrecht. “Daarom tellen we ze om te zien of we extra maatregelen moeten nemen.” Nergens in de wereld broeden zoveel weidevogels als in Nederland. Ook de veenweidegebieden in de

Veilig rusten en broeden

“Het drassige grasland in agrarisch gebied is ideaal voor weidevogels. In het hoge gras kunnen ze veilig rusten en broeden en op de natte bodem vinden ze volop voedsel, zoals wormen en andere insecten.” vertelt Joeri. “Een vogel die hier graag komt is de grutto. Hij overwintert in West-Afrika en komt van februari tot juli naar het Eemland om te paren, te broeden en jongen groot te brengen.”

Door het verdwijnen van geschikte leefgebieden zijn er minder weidevogels. - Joeri de Wit

Behouden en beschermen

“Ondanks de bescherming onder de Europese Vogelrichtlijn gaat het niet goed met de grutto en andere weidevogels”, vervolgt Joeri. “De belangrijkste oorzaak is de steeds intensievere landbouw. Er is minder geschikt leefgebied, waardoor er te weinig jonge vogels opgroeien om de populatie op peil te houden. We moeten er dus alles aan doen om ze te behouden en te beschermen door de graslanden weer aantrekkelijk te maken. Hierbij werken we nauw samen met boeren, agrarisch collectieven, natuurorganisaties, terreinbeherende organisaties en vrijwilligers. Zij maken onderling afspraken, bijvoorbeeld over een andere inrichting van het weidegebied.”

Gaat het slechter of beter?

“Voor het nemen van de juiste maatregelen hebben we informatie nodig. Daarom tellen we de weidevogels sinds 2014, elke drie jaar. De aantallen, de soorten en wáár ze voorkomen. Na verloop van tijd kunnen we een trend bepalen: gaat het slechter, beter of blijft het gelijk? Tijdens de laatste telling in 2021 zagen we voor het eerst een toename bij onder andere de veldleeuwerik en de tureluur. De aantallen scholeksters, kieviten en grutto’s bleven op peil of namens zelfs licht toe. Dat is positief, omdat het aantal landelijk gezien juist daalt.”

Lijst met 21 soorten

Voor het tellen werkt de provincie Utrecht samen met ecologisch onderzoeksbureau Van der Goes en Groot. Onderzoeker Johannes Ruurd Fokkens, vandaag ook aanwezig in het Eemland, kijkt door een grote telescoop. “Samen met mijn collega’s bezoek ik van maart tot en met juni de belangrijkste weidevogelgebieden, verdeeld over kleinere telgebieden. Ieder gebied tellen we vier keer volgens dezelfde looproute aan de hand van een lijst met 21 soorten: van grutto tot graspieper. We doen dit ’s ochtends, dan zijn de vogels het meest actief. Bij slecht weer of harde wind zitten ze verscholen, dan tellen we niet.”

Broedparen tellen

“Ik tel zoveel mogelijk vanaf de openbare weg. Dan is er minder kans op verstoring. We tellen niet met drones, omdat vogels dan opvliegen en je niet kunt bepalen waar ze thuishoren”, vervolgt Johannes Ruurd. “Om de populatie in kaart te brengen, kijken we naar het aantal broedparen. Dat is betrouwbaarder. Nesten tellen we ook, maar die kun je vanaf de weg minder goed zien. Ook kan een legsel mislukken en beginnen sommige vogels aan een tweede nest. Je telt ze dan dubbel.”

Territoriaal gedrag

“De broedparen herken ik aan hun territoriaal gedrag. Ze laten bijvoorbeeld een luide alarmroep horen of klapperen met hun vleugels. Je kunt er dan zeker van zijn deze vogel binnen zijn broedterritorium een paartje vormt of gaat vormen. Mijn waarnemingen voer ik in op een tablet met een speciale app. Ik noteer de soort én het gedrag. Dit kan ook baltsgedrag zijn om een vrouwtje te imponeren. Verder tel ik ook broedende vogels en families met jongen.”

Aantrekkelijk maken

Het tellen van weidevogels geeft de provincie Utrecht niet alleen informatie over trends. Joeri: “Het zegt ook iets over het effect van maatregelen die we nemen voor weidevogelgebieden. Denk aan boeren die het grasland extra drassig maken met hulp van een speciale plasdraspomp, bescherming van nesten of maaien buiten het broedseizoen. In ruil daarvoor kunnen boeren subsidie krijgen. In het najaar zijn de resultaten van de tellingen bekend. Dan weten we of we goed bezig zijn en of we in bepaalde gebieden of voor bepaalde soorten nog iets extra’s moeten doen.”

Bron: provincie Utrecht