Vogels tellen in de eigen achtertuin of op het balkon wordt steeds populairder. Vorig jaar deden maar liefst 200.000 tellers mee volgens de Vogelbescherming.
Ook dit jaar organiseert de Vogelbescherming de Nationale Tuinvogeltelling weer. Die vindt komend weekend plaats van vrijdag 28 tot en met zondag 30 januari. Gewoon bij jou thuis in de tuin. Doe jij ook mee? Meld je dan aan op de website van de organisatie. Daar vindt je precies waar je komend weekend op moet letten. En je kunt er de getelde vogels doorgeven.
Zorgen over de merel
De Vogelbescherming maakt zich zorgen over de merel. Het aantal merels is de laatste jaren met bijna 30 procent afgenomen. Dat blijkt ook uit de tuinvogeltelling, aldus de natuurorganisatie. In 2008 werden nog gemiddeld 3,7 merels per tuin geteld. Vorig jaar waren dat er gemiddeld nog maar twee per tuin. De Vogelbescherming roept tellers daarom op om speciaal op merels te letten komend weekeinde.
De grote bonte specht doet het goed. Deze vogel wordt steeds vaker geteld. Koplopers zijn elk jaar de huismus, de koolmees en de pimpelmees.
Tips om vogels aan te trekken
Gelukkig zijn er dingen die je kunt doen om de merel en andere vogels naar je tuin te lokken. Dat maakt het voor de vogels leuker én zelf zie je ook meer. Door een vogelveilige omgeving te creëren in je tuin of op het balkon wordt het dus voor iedereen leuker. Voor de vogels betekent het namelijk ook een veilige plek om te broeden of rusten. Wie weet heb je volgend jaar wel een nestje in de tuin! Tip 2, 3 en 4 zijn ook prima uit te voeren op het balkon.
- Grasveldje: Merels zijn gek op wormen en die zijn te vinden in en op het gras. In een echte mereltuin mag een klein stukje gras daarom niet ontbreken. Al is het maar een paar vierkante meter. Ze zijn dan al blij en het territorium is naar hun gevoel compleet. Houd het ’s zomers lekker net met regen- of badwater, dan zijn de pieren makkelijker te pakken.
- Klimplanten: Een klassieke nestelplek voor merels is een lekkere dichte klimop. De bladeren bieden bescherming en de bessen zijn welkom voedsel. Maar ook andere klimplanten weet de merel te waarderen. Denk aan de klimhortensia, klimroos, hop of wilde kamperfoelie.
- Appels: Merels en andere lijsterachtigen houden van fruit. Ze zijn ook best bereid om er ruzie over te maken. Leg een paar halve appels of peren op de grond in de tuin en strooi er wat rozijntjes bij. Vechten ze elkaar vervolgens de tuin uit? Maak dan een paar van dit soort plekken met ruimte ertussen.
- Struiken met bessen: Struiken met bessen zijn voor alle tuinvogels een must. Ze hebben alles. Bloemen (en dus insecten) in het voorjaar en bessen in het najaar. En natuurlijk het hele jaar door dichte (stekelige) plekken om te rusten of een nestje te bouwen.
- Rommelhoekjes met bladeren: Ruim de tuin niet perfect op, maar laat in de hoekjes wat bladeren en takken liggen. Of maak een composthoop. Kleine diertjes leven onder de bladeren en tussen de takken. Dat maakt het voor de merel makkelijker om voedsel te vinden.
Half uur tellen
Wie mee wil doen aan de vogeltelling moet een halfuur vogels tellen in de eigen omgeving. Het resultaat kan genoteerd worden op tuinvogeltelling.nl. Wie niet alle vogels herkent kan kijken op de app Mijntuinvogeltelling, waar een soort via een foto of een vragenlijst wordt gedetermineerd.
