In 80 procent van de gemeenten steeg in 2020 het aantal horecazaken per 1000 inwoners en Amersfoort is geen uitzondering, met een plus van 7 procent. In kleinere gemeenten zijn de verschillen het grootst. Zo noteerde het CBS voor Woudenberg een groei van 24,7 en voor Soest van 12,1 procent. Baarn slonk 2,4 procent.
Onder de 25 grootste gemeenten nam de horecadichtheid in het eerste coronajaar procentueel gezien het sterkst toe in Leiden (elf procent), Eindhoven en Almere (beide bijna negen procent). Op provinciaal niveau was de toename het sterkst in Flevoland (acht procent) en Noord-Holland (zes procent). Landelijk was het groeicijfer vijf procent. Het aantal opgerichte horecavestigingen (ruim 7500) was weliswaar lager en het aantal opheffingen (5000) hoger dan in 2019, maar toch werden er per saldo meer vestigingen opgericht.
Bijna drie kwart van de toename bestaat uit vestigingen met minder dan vijf werknemers. Vooral het aantal kantines en cateringbedrijven nam sterk toe, met dertien procent ten opzichte van 2019. Binnen deze groep laat echter alleen de eventcatering een stijging zien (vijftien procent).
Meer hotels
Verder steeg het aantal vestigingen in de verhuur van vakantiehuisjes met ruim tien procent relatief sterk. Ook nam het aantal hotels (acht procent) en restaurants en andere eetgelegenheden (drie procent) toe, aldus de voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Krimp bij cafés
Andere sectoren binnen de horeca kenden daarentegen een krimp in 2020. Zo nam het aantal cafés af met drie procent en daalde daarmee voor het eerst sinds het begin van de start van het CBS-onderzoek in 2007 onder de 10.000. Het waren in 2020 hoofdzakelijk cafés met minder dan vijf mensen op de loonlijst die verdwenen.
