Beveiligingssystemen sterk in opmars

Foto: Stichting NIPW

Was in september 2016 nog iets meer dan 1 op de 10 woningen (11%) voorzien van een alarminstallatie, anderhalf jaar later, in maart van dit jaar was dat aantal al bijna verdubbeld (20%).

De komende tijd mogen we een voortzetting van die toegenomen belangstelling verwachten, want maar liefst 1 op de 8 (12%) zegt een beveiligingssysteem aan te willen schaffen.

Gevoel van veiligheid in huis

Dit blijkt uit onderzoek*) ter gelegenheid van de achtste Nationale Inbraakpreventie Weken. Coen Staal, voorzitter van deze stichting: “Vooral na een inbraak of inbraakpoging grijpt men steeds vaker naar dit hulpmiddel. Sloten worden sowieso dan al dikwijls vervangen, in 2 op 5 gevallen laat men echter ook een alarmsysteem plaatsen. En dat heeft alles te maken met het feit dat een inbraak grote gevolgen heeft voor het gevoel van veiligheid in eigen huis. Een alarmsysteem versterkt dan het veiligheidsgevoel.”

Met of zonder alarmcentrale

Ongeveer een kwart van de respondenten geeft aan een alarmsysteem met slechts een geluidsalarm en/of zwaailicht te hebben. Puur om af te schrikken dus en in de hoop dat de inbreker snel het hazenpad zal kiezen. Staal: “Die afschrikkende werking zal zeker effect hebben op de gelegenheids­inbreker.”
Bijna twee derde (64%) van de systemen geeft een signaal aan de gebruiker (via de mobiele telefoon) en/of aan een professionele meldkamer dat er iets verdachts aan de hand is. Wanneer je op dat moment niet thuis bent, is dat een geruststellende gedachte. Ook al schrik je vaak van de melding. Je kunt dan de politie bellen. Indien tevens een camera is aangesloten op het alarmsysteem (bij 45%) waarmee geconstateerd kan worden dat er een inbreker bezig is, zal de politie er snel een surveillant op afsturen.
Een systeem verbonden met een alarmcentrale is wat dat betreft iets makkelijker: daar zorgen eigen surveillanten veelal voor een huisbezoek. Tevens schakelen zij bij dubbele verificatie direct de politie in.

Nooit zelf erop af

Staal:”Als die melding ’s nachts komt, raden wij de bewoners sterk af om zelf een kijkje te gaan nemen. Maak (extra) lawaai, doe het licht in de slaapkamer aan en bel 112. Of wacht tot de alarmcentrale contact met je opneemt.” Met smart homebeveiliging kun je het zelfs zo instellen dat meteen je lichten en wat later ook je sirene aangaan.

Makkelijk uit te breiden

Een van de redenen voor de toenemende populariteit van alarmsystemen is de veelal lage instapdrempel van slechts een paar honderd euro. Hiermee kan een basissysteem aangelegd worden dat je, op den duur, modulair kunt uitbreiden voor meer veiligheid. Bijvoorbeeld door ook op de slaapkamerramen een sensor te plaatsen. Staat het raam nog open bij het inschakelen van het alarm, dan geeft het systeem aan het eerst te sluiten. Sensoren bij een deur (60%) en ramen (32%) worden, samen met een bewegingssensor (65%), het meest toegepast.

Extra veiligheid

De meeste systemen in de markt gaan uit van huisautomatisering (domotica), wat het in de basis uiteraard ook is. Zo kunnen lampen en zonwering vaak via dezelfde app bediend worden; handig als je later dan gepland in het donker denkt thuis te komen. Verlichting op afstand inschakelen, zorgt dan voor een bewoonde indruk, waardoor een inbreker sneller zal aarzelen om toe te slaan. Staal: “Er wordt ook weleens beweerd dat slechts het plaatsen van een sticker van een alarmsysteem op een deur of raam al genoeg zou zijn. Maar een beetje inbreker zal zich er toch vaak eerst van vergewissen of er daadwerkelijk sensoren zijn geplaatst.”

Huisautomatisering kan een bewoner ook op andere vlakken van dienst zijn. Denk eens aan een geschakelde rookmelder, die óók een melding naar je mobiel of alarmcentrale afgeeft. Vooral als dat overdag gebeurt, is het prettig dat je de brandweer kan (laten) bellen. Een loeiende rookmelder haalt immers niks uit als er niemand thuis is. Zo zijn er eveneens watersensoren die kunnen monitoren of de kraan bij de wasmachine geen problemen geeft. Staal: “Je zult maar thuiskomen en alles druipt van het water!”.

Controleer zelf je eigen huis

De inbraakcijfers dalen gelukkig al jaren (vorig jaar 50.000), maar volgens Staal is het nog steeds nodig om aan inbraakpreventie te blijven werken. “Gelukkig zien meer en meer mensen in dat het verstandig is om af en toe een onderdeel van je huis op inbraakgevoeligheid te controleren. Haal er meteen een PKVW-expert bij of begin met de InbraakPreventieCheck op de website van de stichting (www.inbraakmislukt.nl). Daarmee kun je zelf ook op eenvoudige wijze zowel je voor- en achterdeur als je ramen checken. Zie je aan de hand van de foto’s dat je een slecht slot hebt, dan helpt de check je op weg hoe je de veiligheid kunt verbeteren. Wil je een goede kluis, een elektronisch beveiligingssysteem plaatsen of verlichting buitenshuis, ook dan helpt de InbraakPreventieCheck je met tips op weg.

Kijk voor meer informatie over o.a. inbraakmethoden en inbraakpreventie op www.inbraakmislukt.nl

*) Onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken onder 788 huishoudens in maart 2018

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen